Veel mensen met angstklachten denken onterecht dat ze de enige zijn die zich zo voelen. Maar liefst één op de vijf mensen lijdt in zijn of haar leven aan een angststoornis.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten angst. We bespreken hier kort een aantal veelvoorkomende angsten. Bijvoorbeeld paniek, een specifieke fobie bijvoorbeeld voor spinnen of katten, een sociale fobie, Piekeren ofwel een gegeneraliseerde angststoornis, hypochondrie ofwel ziektevrees. In de module lees je meer over de verschillende soorten angst.
Angst is een emotie die je helpt om te reageren wanneer er gevaar dreigt. Je lichaam komt in een staat van paraatheid. Je hart gaat sneller kloppen, je bloeddruk gaat omhoog, je spieren spannen zich aan, je transpireert en je ademhaling versnelt. Plotselinge en hevige angst, noemen we paniek. Meestal is een gevoel van angst of paniek van korte duur. Het is in principe een normale reactie op een lastige situatie. Het maakt je extra alert en bereidt je zo voor op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Het verschil tussen gewone angst en een angststoornis of fobie is niet altijd goed te bepalen. Bij een angststoornis is de angst heviger en staat deze niet meer in verhouding tot dat waar je bang voor bent. Ook blijft angst langer bestaan en is het gevoel voortdurend op de achtergrond aanwezig. En de angst belemmert je in je dagelijks leven. Heb je hierover vragen? Stel deze dan aan je zorgverlener.
